Hoe tem je je innerlijke criticus?

Je innerlijke criticus is dat stemmetje in je hoofd dat je zelfvertrouwen ondermijnt en je creativiteit blokkeert. In deze blog ontdek je wat de innerlijke criticus precies is, welke negatieve effecten hij op je leven heeft en – het allerbelangrijkste – hoe je hem kunt temmen. Met vier krachtige strategieën leer je hoe je afstand neemt van dat kritische stemmetje en zelf de regie over je gedachten terugpakt. Zeg vaarwel tegen onzekerheid en stap vol zelfvertrouwen in het leven!

Ken je dat stemmetje in je hoofd dat altijd wat te zeuren heeft? Dat je influistert: “Zou je dat nou wel doen? Denk je echt dat je goed genoeg bent?” Gefeliciteerd, je hebt kennisgemaakt met je innerlijke criticus. En laten we eerlijk zijn: die heeft nogal een grote mond.

Maar voordat je hem het zwijgen oplegt, laten we eens kijken waar dat stemmetje vandaan komt. In de basis is het bedoeld om je te beschermen. Het wil voorkomen dat je blundert, dat je uitgelachen wordt, dat je faalt. Maar in de praktijk zit het je vaak meer in de weg dan dat het helpt. Want hoe vaak is die doemdenkerij eigenlijk terecht? Precies, 80% van de tijd niet.

De eigenschappen van je innerlijke criticus

Je innerlijke criticus is een meester in:

  • Creativiteit blokkeren: “Nee joh, dat kan jij toch niet!”
  • Je vergelijken met anderen: “Zij doen het veel beter dan jij.”
  • Fouten uitvergroten: “Zie je wel, je bent gewoon niet goed genoeg.”
  • Je zelfvertrouwen saboteren: “Straks vinden ze je een amateur.”
  • Je uiterlijk afkraken: “Leuk dat ze zeggen dat je er goed uitziet, maar heb je die rimpels al gezien?”
  • Het plezier uit je leven slopen: “Lach maar niet te hard, straks vinden ze je raar.”

Klinkt bekend? Tijd om de boel om te draaien.

4 manieren om je innerlijke criticus te temmen

  1. Luister, maar bepaal zelf
    Hoor je dat stemmetje weer? Zeg dan rustig: “Dankjewel voor je zorgen, maar ik kies ervoor om dit toch te doen.” Je hoeft je innerlijke criticus niet volledig te negeren, maar jij hebt het laatste woord.
  2. Wees onverbiddelijk
    Soms moet je gewoon keihard zeggen: “Hé innerlijke criticus, opzouten!” Geef ‘m een vast tijdstip op de dag waarop hij mag zeuren, bijvoorbeeld tussen 16:00 en 17:00. De rest van de dag? Stilte graag.
  3. Maak er een karikatuur van
    Stel je voor dat je innerlijke criticus een klunzige tekenfilmfiguur is of een over-the-top boze heks met een piepstemmetje. Zo haal je de angel uit die negatieve stem en kun je er misschien zelfs om lachen.
  4. Observeer zonder erin mee te gaan
    Wees mindful: merk de gedachte op, erken ‘m, maar laat ‘m dan weer los. Zie het als een wolkje dat voorbijdrijft. Niet elk wolkje verdient je aandacht.

Tijd om het stuur over te nemen

Je innerlijke criticus kan een lastpak zijn, maar jij bepaalt hoe hard zijn stem mag klinken. Met een beetje oefening zet je ‘m op de achterbank, terwijl jij zelf achter het stuur zit.

Dus, de volgende keer dat dat stemmetje begint? Glimlach, haal adem, en zeg: “Dankjewel,en nou xxxx opzouten”

Doe je voordeel ermee,

Martijn Mensink

Meer nieuws

Alle blogs